Week twee was ik klassenassistent op basisschool ’t Kofschip. Iedere dag van de week hielp ik bij een andere klas. Op de eerste dag bij de kleuters had ik geluk, eerst gym en daarna naar een dansvoorstelling. Dat doen ze natuurlijk niet iedere dag. Groep 3 was ook bijzonder, daar hebben we zelf pizza’s gemaakt, dit omdat ze met de grote reis (een combinatie van aardrijkskunde, geschiedenis en natuuronderwijs) in Italie waren aangekomen. Woensdag hielp ik in groep 4 en waren we natuurlijk de tweede helft van de dag vrij. Donderdag met groep 5 naar een toneel voorstelling. En vrijdag knutselen met groep 6.
Nu is dit natuurlijk wel heel erg afwisselend zo en zal een normale week meestal wat rustiger zijn, toch geloof ik dat je als leraar nooit twee dezelfde dagen hebt. En al is het werk misschien fysiek bijna nooit zwaar, je bent wel vanaf het moment dat je het schoolplein opstapt todat het laatste kind de school uitloopt continue bezig.
Ik ben zelf ongeveer mijn hele basisschool carriere min of meer een probleem kind geweest (ik wilde nooit doorwerken) is het zeker bijzonder om dat eens vanuit een ander perspectief te zien. Het vergt erg veel energie en geduld om constant te proberen iemand vooruit te helpen. Maar wanneer dat dan lukt is geeft dat natuurlijk wel een hoop voldoening. Wat ik ook erg leuk vond om te zien is hoe de leermethoden zijn veranderd sinds ik op school zat, er zitten zeker nieuwe dingen bij waar ik vroeger ook wat aan had gehad.